Onze briefwisseling begon in 1999. Bill Clinton was president van de VS. Het Lewinsky-schandaal was net achter de rug. Wim Kok was minister-president van Nederland. Shakespeare in love won de oscar voor de beste film. Een brand in de Mont Blanc-tunnel eiste 39 levens (waarna de tunnel bijna drie jaar lang gesloten bleef). Russell Henderson werd veroordeeld voor de moord op Matthew Shepard. De Kosovo-oorlog was gaande. Bill Gates zijn vermogen steeg boven de honderd miljard dollar. Windows '98 kwam uit. De eerste versie van MSN kwam uit. De beurzen stegen tot ongekende hoogten. Het bloedbad op Columbine High School vond plaats. John F. Kennedy, Jr. kwam om bij een vliegtuigcrash. In het Turkse Izmit vond een aardbeving plaats die het leven kostte aan meer dan 17.000 mensen.
Jamie stuurt elk jaar een kaart om me te feliciteren met ons jubileum. Dit jaar voor de veertiende keer. Mijn allereerste brief heeft hij nog. Al mijn brieven overhandigt hij aan mij in de dagen voordat hij geëxecuteerd wordt, dat hebben we afgesproken.
Wat ga ik missen als hij er straks niet meer is?
Mijn relatie met mijn brievenbus zal in elk geval drastisch veranderen. Nu is er altijd iets om naar uit te kijken, straks zijn er alleen nog maar rekeningen, brieven van de belastingdienst en leegte. Wie stuurt er tegenwoordig nou nog brieven?
Het schrijven van een brief aan Jamie is een rustpunt. Een manier om te reflecteren op dingen die in mijn leven gebeuren, op nieuws uit de wereld, op dingen die ik las of zag. Jamie heeft de rol overgenomen die mijn dagboeken vroeger hadden.
Ik wil naar Texas blijven gaan. Maar heb ik er nog iets te zoeken als Jamie er straks niet meer is? Natuurlijk blijf ik actief als anti-doodstraf-activist, ik kan niet anders. Maar kan ik nog van Texas houden nadat Texas mijn dierbare vriend heeft vermoord? Kan ik nog genieten van de schoonheid van Texas, of wordt dan alles overschaduwd omdat voor mij alles in Texas gelinkt is aan Jamie? De enige reden dat ik ooit naar Texas ben gegaan is immers Jamie.
Nu denk ik in mijn dagelijks leven vaak bij iets "Dit moet ik aan Jamie vertellen". Als hij er straks niet meer is, zal ik dat nog steeds denken, om me een halve seconde later te realiseren dat dat niet meer kan.
Ik voel altijd een verbondenheid met Jamie. Hij is een constante aanwezigheid, op de achtergrond. Misschien dat dat gevoel blijft. Ik ben een hardcore atheïst en geloof in niets na de dood, maar Jamie zegt altijd dat hij bij me zal komen spoken. Dat zou ik eigenlijk best gezellig vinden.