Terugblik

Vandaag is het drie maanden geleden dat Jamie stierf. 'Sterven' klinkt vreemd in deze context. Sterven doe je zelf. 
 
Vandaag is het drie maanden geleden dat Jamie werd omgebracht.
 
Met mij gaat het goed. Ik vreesde trauma's, nachtmerries, psychologen, onuitwisbare gruwelen op mijn netvlies. Niets van dat alles. Ik heb één keer over de executie gedroomd, maar het was geen nachtmerrie.
 
Als ik terugdenk aan Jamie's executie, denk ik vooral aan het moment dat ik de getuigenkamer binnenliep en Jamie breeduit naar me lachte, opgelucht en blij om me te zien. Dat is geen nare gedachte. Als ik mijn ogen sluit en dat moment oproep en herbeleef, glimlach ik onwillekeurig. Een fijne herinnering aan zoiets gruwelijks als een executie? Het kan blijkbaar.
 
Ik heb gejankt, natuurlijk. Vooral om zijn laatste groet, die hij schreef en verstuurde wetende dat ik die pas na zijn dood per post zou ontvangen. Onwezenlijk, om iets te lezen dat iemand schreef in de wetenschap dat hij binnen enkele dagen dood zou zijn. Het brak me en ik heb uren jankend door het huis gedwaald.
 
De executie kon ik aanvaarden. Jamie aanvaardde zijn lot immers ook, dus wie zou ik zijn om dat niet te doen?
 
Soms ben je sterker dan je zelf denkt.
 
Onaanvaardbaar vond en vind ik de gekmakende onverschilligheid van alle artiesten in het executiecircus en dan met name die van de chaplains die er zogenaamd waren om ons te ondersteunen in het Hospitality House. In werkelijkheid waren ze er om ons te sussen; om te zorgen dat wij ons volgens de regeltjes gedroegen en om te zorgen dat de veroordeelde zich gedwee naar de slachtbank zou laten leiden. Kilheid, onverschilligheid en minachting; iets anders heb ik niet kunnen ontdekken. 
 
Ik walgde van hun schijnheiligheid. Dan heb ik nog liever de bewakers, die er tenminste geen doekjes om winden wat ze ervan vinden.
 
Met Jamies vrouw gaat het niet altijd even goed. Zij heeft het erg moeilijk met de situatie. Ik heb met haar afgesproken dat ze mij mag vragen haar te bellen als ze dat nodig heeft. Dat gebeurt vrijwel wekelijks en ik praat dan lang met haar, algauw anderhalf uur. Ze vertelt me over haar herinneringen aan Jamie; toen hij nog vrij was, toen hij in de County Jail zat en ze elke week op bezoek kon gaan, toen hun zoon was geboren en Jamie hem één keer vast mocht houden als beloning voor drie weken lang niet vechten... Dezelfde verhalen die Jamie mij ook al zo vaak verteld heeft, maar nu vanaf de andere kant.
 
Na haar stond ik waarschijnlijk het dichtst bij Jamie en daarom vindt ze het fijn om met me te praten. Het zijn niet beslist droevige gesprekken. Het is jammer dat ik zo ver weg woon en niet af en toe bij haar langs kan gaan. Ik ben blij dat ik in elk geval af en toe een luisterend oor kan bieden.
 
Ik heb mezelf vaak de vraag gesteld of ik er weer aan zou beginnen als ik de tijd terug kon draaien. Anderen hebben mij die vraag ook gesteld. Het antwoord is, zonder enige twijfel, 'ja'.